De zon gaat onder en alle dieren in het bos zijn slaperig: de muizen, de konijnen, de herten en zélfs de grote beer. Eentje is er alleen nog lang niet moe, en dat is de kleine beer. ‘Wil je spelen?’ vraagt hij aan alle dieren. Maar nee, daar hebben ze echt geen puf meer voor.
Is de kleine beer eigenlijk niet stiekem toch wat slaperiger dan hij denkt? Zijn oogjes vallen steeds verder dicht, totdat… de maan hoog aan de hemel staat. En raad eens wie we dan tussen de sterren zien?